BZO-Brandweer-Ondersteuning

Beleidsregels voor
Privacy en Veiligheid

1. Inleiding
Deze beleidsregels zijn opgesteld om de privacy en veiligheid van alle betrokkenen bij brandweerzorg, ondersteuning en evenementen te waarborgen. De regels zijn van toepassing op alle medewerkers, vrijwilligers, contractanten en andere betrokkenen binnen de organisatie.

2. Doel
Het doel van deze beleidsregels is om richtlijnen te bieden voor:

  • Het beschermen van persoonlijke gegevens van individuen.
  • Het waarborgen van de veiligheid van medewerkers, vrijwilligers, en het publiek tijdens het uitvoeren van taken en evenementen.
  • Het naleven van relevante wet- en regelgeving op het gebied van privacy en veiligheid.

3. Toepassingsgebied

Deze beleidsregels zijn van toepassing op alle activiteiten binnen de brandweerzorg, ondersteuning, en het organiseren van evenementen. Dit omvat zowel reguliere werkzaamheden als noodsituaties.

4. Privacy beleid

4.1 Verzameling van Persoonsgegevens
Persoonsgegevens mogen alleen worden verzameld voor specifieke, expliciete en legitieme doeleinden. Deze gegevens zullen minimaal worden gehouden en alleen gebruikt voor het doel waarvoor ze zijn verzameld.

4.2 Opslag en Beveiliging van Gegevens
Alle verzamelde gegevens zullen veilig worden opgeslagen en beschermd tegen ongeautoriseerde toegang, verlies of openbaarmaking. Dit kan door middel van versleuteling, beveiligde opslagruimtes, en het gebruik van wachtwoorden of andere toegangscontroles.

4.3 Toegang tot Gegevens
Toegang tot persoonlijke gegevens is beperkt tot medewerkers die deze informatie nodig hebben voor hun werk. Iedere medewerker is verplicht om de vertrouwelijkheid van de gegevens te respecteren.

4.4 Delen van Gegevens
Persoonsgegevens mogen niet worden gedeeld met derden zonder expliciete toestemming van de betrokkene, tenzij dit wettelijk verplicht is of noodzakelijk is voor een levensbedreigende situatie.

4.5 Inbreuken op de Privacy
In het geval van een inbreuk op de privacy, zoals een datalek, moeten betrokkenen onmiddellijk worden geïnformeerd en passende maatregelen worden genomen om verdere schade te voorkomen.

5. Veiligheidsbeleid

5.1 Algemene Veiligheidsnormen
Veiligheid staat voorop bij alle activiteiten. Medewerkers moeten te allen tijde voldoen aan de gestelde veiligheidsnormen en richtlijnen. Dit omvat het dragen van beschermende uitrusting, het volgen van voorgeschreven procedures en het melden van onveilige situaties.

5.2 Risicobeoordeling
Voor elke activiteit, vooral bij evenementen, moet een grondige risicobeoordeling worden uitgevoerd. Dit omvat het identificeren van potentiële gevaren, het evalueren van de risico’s, en het implementeren van maatregelen om deze risico’s te minimaliseren.

5.3 Noodprocedures
Er moeten duidelijke noodprocedures zijn voor verschillende scenario’s, zoals brand, ongevallen, of andere incidenten. Deze procedures moeten regelmatig worden geoefend en alle medewerkers moeten hiervan op de hoogte zijn.

5.4 Opleiding en Voorlichting
Alle medewerkers moeten adequate training ontvangen op het gebied van veiligheid en privacy. Dit omvat ook het regelmatig updaten van deze kennis en vaardigheden.

5.5 Controle en Verificatie 
Er zullen periodieke controles worden uitgevoerd om te zorgen dat de veiligheids- en privacyrichtlijnen worden nageleefd. Eventuele tekortkomingen zullen direct worden aangepakt.

6. Personeelsbeleid

6.1 Medische Keuring 

Alle medewerkers moeten medisch gekeurd zijn voordat zij beginnen met hun werkzaamheden, vooral als deze fysiek veeleisend zijn, zoals bij brandweerzorg en evenementenondersteuning. De medische keuringen dienen periodiek herhaald te worden om ervoor te zorgen dat medewerkers geschikt blijven voor hun taken.

6.2 Fysieke en Mentale Gezondheid
Naast de medische keuring wordt van medewerkers verwacht dat zij hun fysieke en mentale gezondheid in acht nemen en eventuele gezondheidsproblemen direct melden bij hun leidinggevende. Dit is cruciaal voor het waarborgen van hun eigen veiligheid en die van anderen.

6.3 Opleiding en Kwalificaties
Medewerkers moeten beschikken over de juiste kwalificaties en certificaten die nodig zijn voor hun specifieke functies. Dit omvat ook het volgen van verplichte trainingen en het up-to-date houden van hun kennis en vaardigheden.

6.4 Gedragscode 
Alle medewerkers moeten zich houden aan een gedragscode die respect, professionaliteit, en integriteit bevordert. Elk gedrag dat de veiligheid van anderen in gevaar brengt, is onacceptabel en zal leiden tot disciplinaire maatregelen.

Drank en Drugs 

Het gebruik van alcohol en/of drugs tijdens werktijd, inclusief evenementen en andere werkzaamheden, is ten strengste verboden. Medewerkers dienen zich te onthouden van alcohol en drugsgebruik dat hun vermogen om veilig en effectief te werken kan beïnvloeden, zelfs buiten werktijd. Het werken onder invloed van alcohol of drugs vormt een ernstig veiligheidsrisico en kan leiden tot onmiddellijke schorsing of beëindiging van het dienstverband. Regelmatig worden er controles uitgevoerd om te waarborgen dat alle medewerkers zich aan deze regels houden.

6.5 Rapportage en Verantwoordelijkheid 
Medewerkers zijn verplicht om incidenten, ongevallen of overtredingen van deze beleidsregels onmiddellijk te rapporteren aan hun leidinggevende. Zij zijn verantwoordelijk voor het naleven van alle vastgestelde procedures en richtlijnen.

7.Beleid inzake (Non) Verbaal Geweld Tegen Hulpverleners

7.1 Onze organisatie hanteert een nultolerantiebeleid ten aanzien van (non) verbaal geweld tegen hulpverleners. Dit geldt voor zowel medewerkers als vrijwilligers. Elke vorm van agressie, belediging, bedreiging of fysiek geweld is onacceptabel en zal leiden tot passende maatregelen, waaronder juridische stappen indien nodig.

7.2 Definitie van Verbaal Geweld

Verbaal geweld omvat alle vormen van mondelinge of geschreven communicatie die gericht zijn op het beledigen, bedreigen, intimideren of denigreren van hulpverleners. Dit kan variëren van schelden en beledigen tot discriminerende opmerkingen en bedreigingen met fysiek geweld.

7.3 Definitie van Non-verbaal Geweld
Non-verbaal geweld betreft elke vorm van dreigend of agressief gedrag zonder woorden. Dit kan variëren van intimiderende lichaamstaal, gebaren, fysieke intimidatie zonder contact, tot het gooien van voorwerpen of andere bedreigende acties.

7.4 Meldingsprocedure
Alle incidenten van (non) verbaal geweld dienen onmiddellijk gerapporteerd te worden aan de leidinggevende of veiligheidsverantwoordelijke. De melding zal vertrouwelijk worden behandeld en er wordt een onderzoek ingesteld. Hulpverleners worden aangemoedigd om melding te maken, ongeacht de ernst van het incident.

11.5 Terugtrekking bij Geweld
Op het moment dat hulpverleners te maken krijgen met (non) verbaal geweld, trekken zij zich per direct terug uit de situatie om hun eigen veiligheid te waarborgen. Er wordt gewacht op de komst van de politie of andere handhavingsinstanties voordat verdere acties worden ondernomen.

7.6 Ondersteuning voor Getroffen Medewerkers
Medewerkers die te maken krijgen met (non) verbaal geweld hebben recht op ondersteuning. Dit kan psychologische hulp, juridische bijstand of andere vormen van zorg omvatten, afhankelijk van de ernst van het incident en de behoeften van de medewerker.

7.7 Maatregelen tegen Overtreders
Overtreders van dit beleid, zowel interne als externe betrokkenen, zullen geconfronteerd worden met passende disciplinaire maatregelen. Bij externe overtreders, zoals leden van het publiek, kunnen juridische stappen worden overwogen en kan hen de toegang tot toekomstige evenementen of activiteiten worden ontzegd.

7.8 Preventie en Voorlichting
De organisatie zal regelmatig voorlichting en trainingen aanbieden om het bewustzijn over (non) verbaal geweld te vergroten en hulpverleners te voorzien van strategieën om met dergelijke situaties om te gaan. Er wordt tevens aandacht besteed aan conflictbeheersing en de-escalatie.

8. Inzet van Snelle Interventievoertuigen (SIV) bij Branden

8.1 Doel van SIV-inzet 
Het Snelle Interventievoertuig (SIV) wordt ingezet om zo snel mogelijk ter plaatse te zijn bij een brandincident om een eerste verkenning en eventuele bestrijding van de brand te beginnen. Het doel is om een snelle interventie te bieden die verdere escalatie van de situatie kan voorkomen.

8.2 Beperkingen en Reikwijdte van Inzet 
De inzet van een SIV is beperkt tot situaties waar een snelle reactie essentieel is, maar waarbij de risico’s beheersbaar zijn met de beschikbare middelen. Dit betekent dat het SIV in de eerste instantie wordt gebruikt voor verkenning en het nemen van eerste maatregelen, zoals blussing van beginnende branden of het voorkomen van verdere verspreiding.

De inzet van een SIV is beperkt tot situaties waar een snelle reactie essentieel is, maar waarbij de risico’s beheersbaar zijn met de beschikbare middelen. Dit betekent dat het SIV in de eerste instantie wordt gebruikt voor verkenning en het nemen van eerste maatregelen, zoals blussing van beginnende branden of het voorkomen van verdere verspreiding.

8.3 Samenwerking met Andere Eenheden
Hoewel het SIV als eerste kan worden ingezet, moet er altijd rekening worden gehouden met de noodzaak van aanvullende eenheden voor grotere incidenten. Bij constatering van een grotere brand of complexere situatie, moet het SIV onmiddellijk ondersteuning vragen van andere brandweereenheden.

8.4 Veiligheid van Personeel
De veiligheid van het personeel blijft de hoogste prioriteit. Als de situatie te risicovol blijkt te zijn voor de beschikbare middelen van het SIV, moet het personeel zich terugtrekken en wachten op versterking.

8.5 Opleiding en Voorbereiding
Personeel dat verantwoordelijk is voor de bediening van het SIV moet specifiek zijn getraind in de procedures en beperkingen van deze voertuigen. Regelmatige oefeningen moeten worden gehouden om ervoor te zorgen dat het team goed voorbereid is op verschillende scenario’s.

9. Beleid inzake Sociale Media, Foto’s en Video’s

9.1 Sociale Mediagebruik

Doel en Verantwoordelijkheid: Het gebruik van sociale media door medewerkers, vrijwilligers en betrokkenen moet professioneel en in lijn met de waarden van de organisatie zijn. Alle berichten die de organisatie vertegenwoordigen, moeten vooraf goedgekeurd worden door de communicatieafdeling.

Persoonlijke accounts: Medewerkers mogen geen gevoelige of vertrouwelijke informatie over werkzaamheden, incidenten of evenementen delen via persoonlijke sociale media-accounts. Elke vermelding van de organisatie moet zorgvuldig worden overwogen, met respect voor privacy en veiligheid.

Crisiscommunicatie: Tijdens incidenten mogen alleen aangewezen woordvoerders informatie delen op sociale media via de officiële kanalen van de organisatie.

 

9.2 Gebruik van Foto’s en Video’s

Toestemming voor Opnames: Het maken van foto’s of video’s tijdens evenementen of werkzaamheden is alleen toegestaan na expliciete toestemming van de betrokkenen. Dit geldt vooral voor bezoekers, medewerkers en slachtoffers. Toestemming moet voldoen aan de privacywetgeving (AVG).

Opslag en Delen: Beelden die gemaakt zijn voor interne of externe communicatie mogen pas na goedkeuring door de communicatieafdeling worden gedeeld. Het gebruik van beelden voor promotiedoeleinden, trainingen of publicaties moet in lijn zijn met de interne richtlijnen en wettelijke verplichtingen.

Verboden Beelden: Het is ten strengste verboden om beelden van ernstige incidenten, slachtoffers of gevoelige situaties te delen zonder expliciete goedkeuring. Dit geldt ook voor beelden van medewerkers of hulpverleners in risicovolle situaties.

 

9.3 Handhaving

Overtreding : Schendingen van dit beleid kunnen leiden tot disciplinaire maatregelen. Dit omvat onjuist gebruik van sociale media of het delen van ongeautoriseerde beelden. Het niet naleven van deze regels kan de reputatie van de organisatie schaden en juridische gevolgen met zich meebrengen.

10. Handhaving en Naleving
Overtredingen van deze beleidsregels kunnen leiden tot disciplinaire maatregelen, inclusief maar niet beperkt tot waarschuwingen, schorsingen, of beëindiging van het dienstverband. Bovendien kunnen juridische stappen worden ondernomen als dat nodig is.

11. Revisie van Beleidsregels
Deze beleidsregels zullen regelmatig worden herzien om ervoor te zorgen dat ze actueel blijven en voldoen aan alle relevante wetten en voorschriften. Feedback van medewerkers en betrokkenen wordt aangemoedigd en meegenomen in het revisieproces.

12. Slotbepalingen
Deze beleidsregels treden in werking op de dag van goedkeuring door de directie en blijven van kracht totdat ze worden herzien of ingetrokken.

Versie 1.0
Uitgiftedatum: 1 Augustus 2024

Chat openen
1
Hallo 👋
Kunnen we je helpen?